Het schieten heeft eindelijk opgehouden. Ik draai me naar de trechter en wenk de anderen. Ze klauteren eruit en trekken hun maskers af. We pakken de gewonde beet, één steunt zijn gespalkte arm. Zo strompelden we haastig weg. Het kerkhof is één ruïne. Doodkisten en lijken liggen door elkaar heen.
Remarque, Erich Maria, Van het westelijk front geen nieuws, Utrecht, Erven J. Bijleveld (1929)
BeantwoordenVerwijderen(P46,R30-33)